Al jaren vragen professionals uit het onderwijsveld om aandacht voor de problemen. Er is een te hoge werkdruk, er wordt te veel nadruk gelegd op bureaucratie vanuit de overheid en de benodigde financiële middelen blijven stelselmatig uit. Áls de politiek het dan blijkbaar zou onbelangrijk vindt, geef het dan gewoon toe…
Op 22 maart 2017 kwam René Kneyber met de boodschap: “Leraren, neem ontslag, bij de Albert Heijn verdien je meer” (Bron: Trouw). Op 6 april kwam NRC met de check: “Bij de Albert Heijn verdien je meer dan in het basisonderwijs” (Bron: NRC). Momenteel is de formatieperiode druk aan de gang (ten minste, los van de ‘papadag’ van Jesse Klaver en de paar dagen rust die zijn ingepland).
De nieuwe woordvoerder Onderwijs van GroenLinks in de Tweede Kamer, Lisa Westerveld, riep op: “Goed onderwijs moet je overlaten aan studenten en docenten. Hebben daar veel meer verstand van dan politici” (quote via Fans van Heest). Dit geldt wat mij betreft voor alle onderwijssoorten. Leraren in het primair onderwijs, docenten in het voortgezet onderwijs en docenten en studenten in het hoger onderwijs.
En toch zien we er niets van. En horen we er weinig van. Aan de ene kant roepen politici een hart voor onderwijs te hebben, aan de andere kant maken politici zich niet hard voor onderwijs. Tenzij er verkiezingen zijn en er vooral zetels gewonnen moeten worden (zoals ik eerder hier ook benoemde).
Het nare is, dat dit wel in schril contrast staat met de behoefte aan meer mannen voor de klas. Op 5 oktober 2016 kopte het Centraal Bureau voor de Statistiek: “Ruim 6 op de 10 pabo-mannen staan niet voor de klas” (Bron: CBS). We weten dat er veel meer juffen dan meesters in het basisonderwijs zijn. En de oplossing is nergens te bekennen. Politieke ambitie hier iets aan te doen blijkbaar ook.
Ook strookt het uitblijven van daadwerkelijke verbeteringen t.b.v. het onderwijs niet met waar behoefte aan lijkt, als we kijken naar wat de Volkskrant op 9 februari 2017 publiceerde: “Een dyslexie-epidemie heerst – in elk geval op papier” (Bron: Volkskrant). De media stortte zich totaal op de ontdekking dat het onwijs makkelijk is om aan een dyslexieverklaring te komen. Een wildgroei aan mogelijkheden voor extra tijd, andere stof, andere toetsen en ga zo maar door. Terwijl het dus maar de vraag is of dit medisch gezien daadwerkelijk nodig is, voor een deel van de dyslectisch-verklaarden.
En dan misschien wel een van de meest sprekende -en meest verontrustende- koppen, van Trouw, van 6 december 2016: “Nederlands onderwijs is slechter geworden” (Bron: Trouw). Los van de kritiek die je op de ranking ken hebben (zoals het gebrek aan daadwerkelijke inhoudelijke vergelijking van onderwijs en meer de vergelijking op ‘output’, wat mij als docent inderdaad tegen de borst stuit), laat het wel zien dat er verandering nodig is.
Immers, overheden zwaaien maar graag met hoge plaatsen die hun onderwijs in rankings innemen. Laten wij als onderwijzend Nederland dan minstens terugzwaaien met deze aangetoonde daling. En laten we dan zwaaiend de aandacht vragen. En laten we een vraag bij de politiek neerleggen.
Is het onderwijs inderdaad zo onbelangrijk, als we kijken naar jullie passiviteit de afgelopen jaren?
Zo ja, heb dan ten minste het lef dit toe te geven. Dan weten we ten minste dat jullie het hebben opgegeven. Dan weten we waar we aan toe zijn.
Alvast bedankt.
__________
De afbeelding bij deze blog is gedownload van 123RF, van https://us.123rf.com/450wm/jetcityimage/jetcityimage1611/jetcityimage161100123/70335609-verlaten-school-power-plant-met-gebroken-ramen-en-afbrokkelende-bakstenen-schoorsteen-iii.jpg?ver=6