Een treinreis

Als mensen boos zijn, of gefrustreerd, of geschrokken, heeft het weinig zin om over de inhoud te praten. Emoties zijn er, daar stap je niet over heen. En toch is dat wat we -ook in het onderwijs- regelmatig te snel willen doen. Door naar oplossingen, naar ‘wat heb je nodig?’, naar ‘hoe kan ik helpen?’.

De Trein van Boos naar Middel is een manier om stil te staan bij alle fases die we als mens doormaken bij (meerzijdige) problemen van communicatieve aard. In het kort:

  1. (Negatieve) emoties
  2. Zorgen die erachter zitten
  3. Wensen die we hebben/verwachtingen die daarbij horen
  4. Doel wat we willen bereiken; een punt om naartoe te werken
  5. Middelen die we daarvoor gebruiken, bij wijze van tussenstationnen

De rode draad daarbij is: wat lukt al, wat helpend is om tot de gewenste situatie te komen? En er zijn dan ‘slechts’ 2 soorten acties: wat wel werkt/helpend is (doe daar meer van) en wat niet werkt/helpend is (stop daarmee).

Makkelijker gezegd dan gedaan

En dit is mooi om te (her)kennen, maar iets anders om ook ‘on the spot’ te zien en te gebruiken. Ik loop regelmatig achteraf aan tegen ‘een treinsituatie’, zonder dat ik op dat moment bedacht dat ik hier op een effectievere manier in kan staan. Maar, al doende leert men…

Stel: een oudergesprek. Het kind wordt vaker dan gewenst aangesproken op gedrag. Ouders herkennen het wel, maar zien ook de oorzaken bij hun zoon/dochter. Het heeft dan geen zin direct naar oplossingen te kijken of verwachtingen uit te spreken. Het is dan juist prima om te erkennen dat er schrik kan zijn, onzekerheid, frustratie. Niemand wordt blij van een kind dat aangesproken moet worden, wij als leerkrachten net zo min.

Als er ruimte is geweest voor wat er leeft is het van belang om stil te staan bij de zorgen. Die zijn er in zulke situaties geheid. Of het nou zorgen om (het gedrag van) het kind gaat, of om (het gevoel van) overdreven reageren door de school. En dit is belangrijk, want dit zorgt uiteindelijk voor het vertrekpunt richting de gewenste situatie.

Oplossingsgericht werken in de klas

Dit geldt natuurlijk niet alleen voor gesprekken tussen volwassenen, maar net zo goed met kinderen. En dit is wat mij betreft een belangrijke ‘verschuiving’ in de communicatie met kinderen. Praten met elkaar over wat er nodig is, wat ze gaat helpen, i.p.v. vertellen wat ze moeten doen of wat ze niet meer moeten doen. En dit kunnen we als onderwijsland nog veel meer doen wat mij betreft.

Dit probeer ik al jaren te doen, geïnspireerd door mijn minor op de pabo toen ter tijd: passend onderwijs. Wat daar centraal stond -en wat ook de kernwerkwijze is van De Trein van Boos naar Middel- is het oplossingsgericht werken. Talentontwikkeling.com vat het mooi samen: “De kern van oplossingsgericht werken methodiek (OW) gaat uit van de gewenste situatie, richt zich op bereikte successen, competenties en mogelijkheden en werkt vanuit het “Stap voor stap” principe. Veel mensen in onze maatschappij zijn sterk gericht op problemen en onvolkomenheden. De illusie is dat je door veel te weten over ‘het probleem’, ‘de oorzaak’ en ‘de schuldige’ je dichter bij de oplossing komt. Bij de oplossingsgericht werken methodiek kijken we naar de successen die je al gerealiseerd hebt. Waar ben je goed in, waar word je blij van, wat helpt je en wat heeft al geholpen.

Een leer-werkgesprek met leerling.

In de klas gebruik ik de schaalvraag bijvoorbeeld regelmatig, o.a. in leer-werkgesprekjes met kinderen. Ik vraag op een schaal van 0-10 (waarbij 0 als het ware complete bagger is en 10 complete euforie) welk cijfer

ze zichzelf geven op het onderwerp van gesprek. Vervolgens vraag ik wat het kind allemaal al doet om zichzelf dat cijfer te geven. (“en wat nog meer? En wat verder nog?” Na dit uitgeplozen te hebben, kijken we naar wat het kind nog meer doet, als het zichzelf een cijfer hoger (of half cijfer) zou geven. En dit worden vervolgens dan de aandachtspunten in de klas. Zie hieronder voor een voorbeeld (korter genotuleerd dan besproken uiteraard).

Naast de schaalvraag in de leer-werkgesprekken probeer ik altijd de ‘waar gaan we naartoe’-bril op te hebben. Het is simpelweg lang niet altijd nodig te weten waar iets vandaan komt. Het gaat erom: wat willen we bereiken? En wat is daarvoor nodig? Dit doe ik al jaren en dit is erg effectief.

Het woordje ‘niet’ (en wat dan wél)

Tot slot nog een beschouwing van de formulering van doelen, van actiepunten en van gewenst gedrag/een gewenste situatie. Kinderen -net zo goed als veel volwassenen- vinden het erg lastig om te benoemen wat wél. Als ik begin van het jaar met de klas wil bespreken hoe we met elkaar omgaan, komt er altijd: ‘niet pesten’, ‘niet schreeuwen in de klas’ of ‘niet buitensluiten’. Allemaal begrijpelijke wensen, maar ik vraag dan altijd direct: “en wat dan wel?”

  • Niet buitensluiten = wel elkaar erbij betrekken (moet je dan altijd met iedereen samen spelen?! Nee hoor…)
  • Niet schreeuwen = denk om je volume (en niet: zachtjes praten. Want dat is ook niet 100% van de tijd werkbaar (of nodig) in de klas. En wat is ‘zachtjes’ dan precies?)
  • Niet pesten = ga respectvol met elkaar om (prachtig: respectvol. Maar; wat is dát dan weer?!)

En dit vertalen naar ‘wat dan wél’ is nog geen garantie voor succes. Kinderen hebben namelijk vaak een goed beeld van wat ze niet willen (het gebrek aan lastige dingen of irritant gedrag zorgt immers gevoelsmatig voor een fijne sfeer, toch?!), maar het is iets anders om helder te krijgen wat dan precies wél zorgt voor een fijne sfeer. En dit is nou juist zo belangrijk. Want als we gewenst gedrag hebben bepaald, heb je handvatten van handelen en sociale omgang.

Dus: ik sta graag stil bij ‘wat dan wél?’. Want als je met elkaar helder hebt wat wenselijk is, en wat dus (hopelijk) werkt, kunnen we zeggen: daar doen we meer van!

__________

De afbeelding bij dit bericht is afkomstig van een nieuwsbericht op nu.nl, gedownload van: https://media.nu.nl/m/521xx2xamvnm_wd1280.jpg

1 gedachte over “Een treinreis”

  1. Hoi Lars,
    heel leuk om te lezen wat je er in je hoofd en in de praktijk allemaal mee doet. Met name in het werken met kinderen lees ik veel voorbeelden. Ik ben ook nieuwsgierig geworden wat je allemaal met ouders doet. Hoe je met hun een complimenterend klimaat bouwt en stilstaat bij jullie gezamenlijke zorgen en wensen.
    Het laatste punt: wat dan WEL? Dat is waar het op station wens om gaat. Om het concretiseren en visualiseren van de gedroomde toekomst. het beeld (filmpje) wat daar ontstaat, dat is het beeld van wat dan wel. Hoe ziet het er in een klas uit als we respectvol met elkaar omgaan. Hoe komen we dan binnen? Hoe gaan we dan met elkaar om? hoe lossen we dan een ruzie op?
    Ik kan goed lezen dat deze manier van werken je heeft gepakt, het bij je past. leuk om te lezen!

    Beantwoorden

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.